Bord 1
Donderdag 13 maart mochten we in Beuningen aantreden voor de topper tegen Koningswaal, veruit het sterkste team uit onze poule.
Zelf mocht ik op het eerste bord aantreden tegen Jermo Kooijmans: op papier ruim 500 elo-punten meer als schrijver dezes.
Hoe in dat geval te spelen?
In ieder geval heb je niks te verliezen, en kun je vrijuit spelen.
En ander advies dat ik vorig seizoen van Loek van Wely hoorde – hij speelde in de eerste wedstrijd van het vorig seizoen tegen ons aller Johan van den Brink – is dat je een riskante opening moet spelen, met de kans dat je er snel van af ligt.
Daar valt natuurlijk iets voor te zeggen: als er een scherpe opening op het bord staat, is de kans groter dat je tegenstander sneller een foutje maakt.
Aan de andere kant, het is een teamwedstrijd en had van Arie weer het vertrouwen gekregen om het eerste bord te mogen verdedigen.
En om je bord met risicovol spel weg te geven, ligt niet in mijn aard.
Dus u raad het wellicht al, ik speelde een (te?) rustige opening. Stond na de opening een beetje gedrongen. Heb een paar speldenprikjes kunnen geven, maar hij kon het eenvoudig opvangen. Op een goed moment werden de dames geruild en had ik even het idee dat er wellicht toch een resultaat mogelijk was. Maar dat bleek al snel ijdele hoop: ik had nog steeds minder ruimte en had – in een poging om toch wat actief te worden – een aantal zwakte in mijn stelling opgelopen. Hoewel het qua materiaal nog gelijk was, kon hij zijn stelling versterken, terwijl ik alleen nog heen en weer kon spelen. Toen uiteindelijk mijn h-pion van het bord dreigde te gaan, was het tijd om op te geven.
Gerard Bulthuis
Bord 2
Verslag van de schaakpartij van Jan Selten met wit en Jan van Ham met zwart van donderdag, 13 maart 2025. Het was de zesde ronde van de SOS Clubcompetitie. De teams van Koningswaal 1 en VSV 2 uit Veenendaal kwamen tegen elkaar uit. Wij speelden in de plaats Beuningen in vermoedelijk het lokaal van een sportclub. Het was er fris. Ik speelde op bord 2 met zwart tegen Jan Selten met wit. Het was een tactische partij in een open stelling van 44 zetten. Bij elke zet moest ik veel rekenen. Voor de laatste 10 zetten had ik nog 1 a 2 minuten bedenktijd over. Gerard heeft vanaf zet 40 onze zetten genoteerd. Jan Selten blijkt een elorating van 2077 punten te hebben, terwijl mijn elorating 1799 punten is. Hij was een sportieve tegenstander. Op het eind stond ik met 1 minuut bedenktijd finaal gewonnen, maar hij heeft niet geprobeerd mij door de klok te jagen. De witspeler opende met e4 en ik antwoordde met c5; dus een Siciliaanse opening. Op zet 10 speelde wit Lf4 waarmee hij mijn pion op c5 dreigde te winnen. Ik speelde 10….cd4:. waarna wit cd4: speelde. Wit had nu pionnen op d4 en e4 en een open c-lijn. Ik ontwikkelde door. De witspeler zette druk op mijn stelling. De witspeler speelde 19 e5 en viel aldus mijn loper op f6 aan. Er volgde 19 …..Lf3, 20 ef6:-Ld1:, 21 fe7:-De7:. 22 Td1: Na deze stukkenruil had ik een kwaliteit gewonnen! De 24…. Pion a5 was een kleine combinatie. Op zet 27 speelde wit Pd2; misschien was Pg3 beter geweest. Op zet 30 sloeg ik met de toren op de pion op a2 (pionwinst). Nadat de witspeler op zet 39 pion f3 speelde, had ik een aanval op de witte koning plus een materiele voorsprong (een kwaliteit en 2 pionnen, maar ik had heel weinig tijd en de stelling was nog altijd gecompliceerd. Mijn zet 40………Ph3 schaak was fout. Ik gaf in feite een stuk weg. Wit nam het offer niet aan. Hij speelde 41 Kg3. Op zet 44 speelde ik met zwart Pe2 schaak met tegelijk een aanval op de witte loper op veld c3. Ik won de loper op c3 (het veld e2 werd gedekt door de witte torren op veld a2). Hierna gaf de witspeler zich gewonnen.
Jan van Ham
Bord 3
Ik speelde met wit aan bord 3 tegen Henk van Kortenhof van Koningswaal, 100 ELO-punten hoger dan ik. Zwart begon al heel snel met zijn h-pion op te rukken, vrij ongebruikelijk in het London System en ik heb daar verkeerd op gereageerd door een paard+loper te ruilen tegen toren+pion. Mijn verwachting was dat ik daarna een mooie koningsaanval kon opzetten maar er kwam steeds weer een sterke zet tegen die mijn plannen doorkruiste. Al gauw kwam ik in de verdrukking en tot mijn teleurstelling was mijn partij als eerste afgelopen met een verdiende nederlaag. Gelukkig kon ik daarna het goede spel van mijn medespelers nog bekijken.
Ron Eveleens
Bord 4
Op bord 4 begon wit gewoon met e4 en ik antwoordde met e5. Het bleef nog even gewoon, maar na enige tijd leek het er niet meer op. Arie zou zeggen: dat is toch het altijd bij jou.
Een klein foutje van mij in de 8e zet leidde tot een ruil van de witte lopers. Ik moest terugslaan met f7xe6. Iets later wist wit mij met Dg6 schaak te zetten en ging mijn koning aan de wandel om daarbij e6 te verdedigen. Die pion werd vervolgens nogmaals aangevallen, dus De7 als extra verdediging. Een aantal zetten later kon ik de wit verleiden de dames te ruilen, wat de druk voor mij verminderede. Maar toen kwam de aanval op de d-vleugel. Uiteindelijk wist wit door te breken met een toren op de a-lijn, waarbij een loper (c5) en paard (d6) meehielpen om mijn koning in het gedrang te brengen. Ik had net genoeg ruimte om mat te verhinderen door heen en weer te kunnen op c7 en b8. En mijn paarden waren allebei goed in de buurt.
Met P a4 verhinderde ik dat een tweede toren doorbrak en werd de eerste geïsoleerd. Ik kon die echter niet bereiken. Toren gaf schaak op a7, koning naar b8. Toren terug naar a6, mijn ene paard op b6 twee keer aangevallen, één keer verdedigd. Maar koning terug naar c7. Nogmaals schaak, koning b8. Toren b7, gedekt door het paard, kon niet, want ik had torens op d7 en d8. Wit bood remise aan en ik nam dat graag aan. Ik had wel een pion meer, die in drie stappen kon promoveren, maar die ik onvoldoende dekking kon geven. Wit had wel winstkansen, maar vergat dat hij kon oprukken op de koningsvleugel met zijn pionnen en koning. Gelukkig voor mij was hij blijkbaar helemaal geconcentreerd op de aanval aan de andere kant.
Jaap van Beelen
Bord 5
Met VSV 2 uit naar Beuningen tegen Koningswaal 1. Sterke tegenstander met een ratinggemiddelde van 1947 tegen 1737.
Met wit kreeg ik als antwoord op e4: c5 gevolgd door Pc3 en g6. Na een zet of 10 hadden we het elastische systeem van de gesloten Siciliaan op het boord. Zwart speelde op de dame vleugel met a6 en zijn loper op g7 ter voorbereiding op b7-b5 om druk te zetten op wits damevleugel. Wit met de dame op d2 en Le3 speelde Lh6 te spelen met het oog de zwarts loper op g7 af te ruilen. Zwart ruilde niet maar speelde direct b7-b5 waarop wit de Lh6 x Lg7 speelde. Na Kxg7 volgde f2-f4 waarmee wit wat meer ruimte kreeg in het centrum. Na f7-f5 en de zwarte paarden op d4 en c6, loper op b7 en de dame op c7 werd de ruimte voor wit in het centrum ingeperkt. Kostte veel tijd om een antwoord te vinden. Door Ph3 te spelen wilde ik het centrum breed te houden. Na wits Dd2-d1 volgde zwarts b5-b4. Nu volgde Pe2 en c2-c3 en had zwart de keuze tussen Pd4-Pb5 of Pd4x Pe2. In beide gevallen kwam er een stelling op het bord met weinig kansen voor wit en zwart. Zwart koos voor Pd4x Pe2. Twee zetten later: Remise.
Einduitslag 3 ½ – 2 ½ .
Rob Leer
Bord 6
In de wedstrijd tegen de koploper speelde ik aan bord 6. Er kwam een Siciliaanse opening op het bord die er rustig uitzag, totdat mijn tegenstander met een paard mijn pion op b5 nam. Terugslaan met a6xb5 was niet goed, maar ik zag wel muziek in Pa5. Nu had mijn tegenstander de keus tussen stukverlies of kwaliteitsverlies en hij koos voor het laatste. Ik speelde mijn paard naar b3 en viel zo de toren op c1 en de dame op d2 aan. Er volgde een tactisch gevecht waarbij niemand voordeel haalde en tenslotte bood mijn tegenstander remise aan, hetgeen ik na lang puzzelen aannam. Half ei en zo ( paasgedachte ).
Ricus Goossens