Nadat de wedstrijd door omstandigheden een week was uitgesteld mochten we maandag 22 januari bij Rhenen op bezoek. Na een hartelijk welkom gingen de klokken aan en begon iedereen voorzichtig met het aftasten van de tegenstander. Na verloop van een uurtje begonnen de stellingen wat moeilijker te worden en stond Rob een pion achter. Ik stond wat gedrongen, mijn dame kwam niet lekker in het spel en bij de andere spelers was alles nog min of meer in evenwicht, met hier en daar een stuk van het bord. Daarna barstte er overal een felle strijd los en ik was de eerste die moest capituleren. Ik kwam een stuk achter en mijn tegenstander slaagde erin, weliswaar met enige moeite, een pion te laten doorbreken. Met 54 zetten was dit de kortste partij. Een minuut of 10 later kon Rob het ook niet meer bolwerken. Door die ene pion meer kon zijn tegenstander zoveel druk uitoefenen dat hij een gewonnen stelling kreeg. De overige 4 partijen werden op het scherpst van de snede uitgevochten. Ron bood remise aan, zijn tegenstander wilde nog even verder spelen, maar kon er niet doorkomen. Het werd remise. Mart-Jan slaagde er in, ondanks een toren achterstand en hevige tijdnood, met een dol paard remise te houden. Wat zijn tegenstander ook probeerde, zijn kwelgeest het paard smoorde iedere poging in de kiem. Ook Mathijs boekte aan het eerste bord een knappe remise tegen een tegenstander die met dame, loper en twee torens in de aanval ging. Mathijs gaf geen krimp en wist heel knap alle dreigingen onschadelijk te maken en remise te houden. Als laatste was Arie aan de beurt. Hij stond 2 pionnen voor en tot zijn verbazing was alle moeite tevergeefs: in alle varianten kwam er remise uit, hetgeen een compliment mag heten voor tegenstander Geurt. Dit was onze eerste nederlaag en hopelijk ook de laatste: met 2-4 gingen we weer naar huis.
Ricus.