Dinsdag 12 november. Met dank aan onze chauffeurs Jan van Ham en Ron Eveleens gingen we naar het verre en donkere Dieren om onze krachten te meten met Theothorne, een team met aan de eerste 6 borden een Elo van boven de 1600 en op 7 en 8 ongeveer 1400 en een beetje. Arie had het voorrecht tegen een dame te spelen, maar die liet van zijn damegambiet weinig heel. Een aanval op zijn koningsstelling met torens, loper, paarden en dame was niet te pareren en om 10 over 9 kon hij zijn tegenstander en daarna een Hertog Jan een hand geven en stond het 1-0. Op de andere borden werd het steeds ingewikkelder en om half 10 was er in de partij van Martjan nog niets geslagen. Ik werd langzaam maar zeker achteruit geduwd en moest uiteindelijk een paard geven tegen 2 pionnen. Toen kwam het bericht dat Rob van Oosterom gewonnen had en Rob Leer kreeg niet lang daarna remise. Vervolgens vocht Ron zich knap uit de moeilijkheden en won zijn partij, gevolgd door Lars, die eveneens een knappe overwinning boekte. Het stond toen ineens 1 1/2- 3 1/2 en Arie liet mij weten dat remise genoeg was. Jan van Ham wist ook te winnen en ik kreeg weer kansen doordat mijn tegenstander een paard over het hoofd zag dat ineens 3 ongedekte stukken aanviel, waaronder de dame. Het ontlokte hem de uitspraak : dat is niet om te juichen, waar ik het uiteraard niet mee eens was. ik kon een toren slaan en toen hij ook nog een onduidelijk paardoffer bracht zag het er plotseling een stuk beter voor mij uit. Ik kreeg nog een paar schaakjes waarbij ik goed moest oppassen waar mijn koning heen kon en vervolgens bood ik remise aan, wat meteen werd aangenomen. De partij van Martjan was toen in het eindspel beland met een geweldige tijdnood voor Martjan en even later ook voor zijn tegenstander. Martjan kon niet alles meer tegenhouden en moest de eer aan zijn tegenstander laten, zodat wij met een 3-5 overwinning en een apetrotse captain weer naar huis konen gaan.
Ricus.