Bord 1
Donderdag 10 oktober was het de beurt aan het 2e team om aan hun seizoen te beginnen. Nadat een week eerder het eerste en het derde team beide hun eerste wedstrijd hadden gewonnen, hoopten we dat een bekend gezegde opgeld zou doen: Een goed voorbeeld doet goed volgen.
Makkelijk zou dat niet worden. Vorig seizoen hadden we ongelukkig verloren van hun tweede team, nu mochten tegen het eerste team van “De Cirkel” aantreden, met hun clubkampioen in de gelederen. Ondergetekende had het genoegen om tegen hem te mogen spelen. Eind vorig seizoen heb ik besloten om andere openingen te spelen, en de keuze was dezelfde als waarmee ik het vorig seizoen eindigde.
Na 9 zetten theorie van wit besloot ik om met een loper-zet nieuwe wegen in te slaan. Theorie geeft daar een bekende pion-zet. Die zet durfde ik toen niet aan, omdat ik een paard-zet vreesde. Bij checken van de theorie-boeken, bleek dat ten onrechte. Later in de partij heb ik nog regelmatig naar die zet gekeken, maar ook steeds verworpen. Het gevolg was dat gedrongen kwam te staan, maar had geen zwakke punten in mijn stelling.
Nadat er een aantal stukken waren geruild, mocht ik van Arie – gezien de tussenstand – remise aanbieden. Op de volgende zet bood ik remise aan, nadat ik een pion had gewonnen. Mijn tegenstander dacht dat ik die pion niet mocht slaan vanwege de dame-manoeuvre Dg5 => Df6 gevolgd door Dg7 mat. Maar na een eventueel Dg5 kon ik op de volgende zet een paard naar d7 spelen, zodat veld f6 onder controle bleef. Na lang nadenken en ampel beraad met zijn teamgenoot, nam hij het aanbod aan.
Tijdens de analyse achteraf werd er voor wit nog gekeken naar Pxd5. Een zet die ik compleet had gemist, maar die ook geforceerd voor wit bleek te verliezen. Als wit verder had moeten spelen, was naar mijn smaak toren naar b1 een betere optie.
Gerard Bulthuis
Bord 2
Verslag van de schaakpartij van Jan van Ham met wit en Sander Rosman met zwart van donderdag, 10 oktober 2024. Het was de eerste ronde van de SOS Clubcompetitie. De teams van Veenendaal 2 en De Cirkel 1 (Ede) kwamen tegen elkaar uit. Sander en Jan speelden aan bord 2. Wij speelden een opening uit het dame gambiet. Na 20 zetten laveren stond zwart actief op de koningsvleugel. Zijn pion op e4 prikte hinderlijk in mijn koningsvleugel. Ik had een sterke witte loper op veld d4. Mijn toren op veld c1 viel de zwarte loper op veld c7 aan. De stelling was volgens mij min of meer gelijk.
Toen speelde zwart zijn paard van veld f6 naar veld d7. Misschien wilde hij het paard op veld d3 of veld f3 posteren. Hoe dan ook, zwart gaf mij de kans om met mat op veld g7 te dreigen en om tegelijk de pion op e4 aan te vallen. Ik won met de dame de pion op e4. Zwart viel mijn dame met een toren aan. Ik verplaatste de dame naar veld b7 waar ik samen met de toren op veld c1 de loper op veld c7 aanviel. Enkele zetten later stond ik een loper voor. Aan het slot van de partij liet Sander de koning mat zetten op veld h8. Wij hebben ruim 3 uur geschaakt. Het had ook anders kunnen aflopen.
Jan van Ham
Bord 3
Tien zetten na het begin zag ik dat wit (mijn tegenspeler) verschillende dreigingen voorbereidde: een aanval op pion h7, een aanval in het centrum die verkeerd kon aflopen voor mijn dame en ik had een zwakke pion op c7. Dus proberen dit alles voor te zijn, terwijl wit in het centrum doorzette. Ik moest mijn paard op c6 verdedigen tegen de witte loper en de dame en tegelijk mijn dame veilig stellen. Deze ging naar e8. Wit zette met een paard op mijn paard voort. Ik kon kiezen: dit paard slaan en mijn witte loper b7 kwijtraken met op a8 een toren in gevaar of de toren verplaatsen naar d8. Na het afruilen van de paarden kon wit mijn loper niet meer nemen en moest hij zelfs zijn loper beschermen met e4. Dus nam ik de loper en kwam er op d5 een witte pion, die ik voor verder oprukken tegenhield met mijn zwarte loper die meteen c7 beschermde. Na enige tussenzetten besloot ik zelf maar eens op de koningsvleugel aan te vallen. Ik lokte de pionnen naar voren, de h-pionnen werden afgeruild en mijn dame kreeg een open h-lijn. Een toren ging naar g1 om de koning te beschermen. Ik ruilde eerst de zwarte lopers, gaf schaak op h4, toren op g3, vervolgens toren op e2 tussen koning en dame, schaak. Wit gaf op. Bij doorspelen moest de witte dame geofferd worden tegen twee torens, maar kon ik vervolgens met mijn dame de toren op g3 nemen en gaan jagen op de witte pionnen.
Jaap van Beelen
Bord 4
Ik speelde aan bord 4 met wit tegen Jasper de Rijk. Ik had mijn partij nogal aanvallend opgezet en durfde het aan om een loper te offeren voor een vrije aanval op de koningsvleugel van zwart. Achteraf bleek dat de tegenstander de aanval had kunnen blokkeren maar dat zag hij gelukkig niet, zodat ik de onbeschermde koning kon opjagen, ondertussen hier en daar wat wegslaand. Het was al bijna 12 uur toen ik uiteindelijk de feliciterende hand kreeg aangereikt en de team-overwinning veilig stelde, onder waarderende blikken van de teamgenoten.
Ron Eveleens
Bord 5
Na wits zetten e4, d4 beantwoord te hebben met d6, Pf6, gevolgd door Pc3 twijfelde ik tussen e5 (geeft lastig spel) en g6. Door te kiezen c6 wilde ik uit de bekende Pirc varianten blijven. Na een zet of 14 was alles in evenwicht. Echter door niet goed te reageren op de aanval van wits dame icm met oprukkende h pion te reageren, werd zwarts stelling zwaar onder druk gezet. Kostte veel tijd om de aanval van de wits af te slaan. Stelling kwam weer in evenwicht. Wit probeerde de aanval weer op te zetten en na een misrekening van zwart op zet 25, waarbij ik te snel een pion dacht te winnen in plaats voor een rustiger aanpak te kiezen. Wits aanval sloeg nu wel door waarbij hij een stuk en een pion ophaalde. Zwart speelde nog een aantal zetten maar er zat niets meer in.
Rob Leer
Bord 6
De eerste wedstrijd in de SOS- competitie speelden we op donderdag 10 oktober thuis. Ik speelde aan het 6e bord met wit en al vrij snel in de opening kon ik de dames afruilen. Dat was alvast een gevaar geëlimineerd. Vervolgens gingen de torens eraf en toen werd het een hele tijd manoeuvreren en proberen de tegenstander tot een foutje te verleiden. Mijn tegenstander en ik konden alles pareren, alhoewel er op het laatst toch nog wel een vuiltje in zat in het eindspel, maar daar kwam ik ook weer goed uit. En met twee lopers, een paard en wat pionnen, ik had er een meer maar die was niet te houden, besloten we tot remise en kon ik het eerste halfje van de avond binnenhalen.
Ricus Goossens