V.S.V. 2 / U.V.S. 3

Bord 1

Maandag 7 april stond de 7e en laatste wedstrijd in de regionale competitie op de kalender. 

Deze werd tijdens een gezamenlijke slotronde in Nijmegen gespeeld.

Voor schrijver dezes betekende dat het derde potje in 5 dagen tijd:

– De donderdag ervoor (3 april) in de interne competitie tegen Olle. 

– Zaterdag 5 april voor de KNSB-competitie het seizoen waardig afgesloten: men leze het verslag van Gunie elders op deze site.

– En tot slot de wedstrijd tegen UVS op maandagavond.

En ook deze avond was het de intentie om het seizoen waardig af te sluiten. Dat liep voor mij helaas toch anders.

De partij begon rustig en ik kreeg een prettig ruimte-voordeel. Nadat er een aantal stukken waren geruild, ontstond een toren-eindspel dat ik normaal gesproken remise had moeten houden. Maar u raad het al: dat gebeurde niet. Ik liet zijn koningsvleugel-pionnen te ver oprukken in de overtuiging dat dat geen kwaad kon. Maar ik had een gemeen zetje gemist:  en toen kon hij zich een vrijpion creëren, die ik niet meer kon afstoppen.

Gerard Bulthuis

Bord 2

Verslag van de schaakpartij van Arjan Schoonen met zwart en Jan van Ham met wit van maandag, 10 april 2025.Het was de zevende ronde van de SOS Clubcompetitie. De teams van UVS en VSV 2 uit Veenendaal kwamen tegen elkaar uit. Wij speelden in Nijmegen, De Biezantijn, Waterstraat 146. Het was de slotronde van de SOS-competitie. Alle 8 teams van klasse 2C kwamen in Nijmegen (bij UVS) tegen elkaar uit. Ik speelde op bord 2 met wit tegen Arjan Schoonen met zwart. Ik kwam meteen in een onbekende opening terecht met 1. Pion d2-d4, pion d7-d5 en 2. Pion c2-c4 en pion e7-e5. Zwart offerde een pion, de dames werden al snel geruild en na 12 zetten had zwart vlot zijn stukken ontwikkeld (onder andere door lang te rokeren), stond mijn koning op veld e2 en was mijn damevleugel (met name de loper en de toren) nog niet ontwikkeld en had zwart druk op de d-lijn en op veld d3. Zwart had volgens mij in de opening gewoon beter gespeeld dan ik. Gelukkig slaagde ik er toch in om alle stukken te ontwikkelen. Nadat zwart met het paard mijn paard op veld f3 had geslagen en ik met pion g2 het zwarte paard op f3 had geslagen, kon ik de toren van veld a1 naar veld g1 overbrengen. Aldus viel ik de zwarte pion op g7 aan. Zwart had die pion kunnen verdedigen met Lh5-Lg6. In plaats daarvan speelde hij pion g7-g6. Dit gaf mij de gelegenheid om met het paard de loper op h5 te slaan en om zwart een dubbele h-pion te bezorgen (op h7 en h5) en om met de toren op g7 binnen te vallen en om enkele zetten later de pion op h7 te winnen. Inmiddels waren mijn lopers op velden d2 en d3 sterk geworden. Ik had (denk ik) mijn stelling weten te verbeteren. Weer enkele zetten later won ik de zwarte toren. Toch slaagde zwart er in om met a-, b- en c-pion nog een aanval op de damevleugel op te zetten. Ik moest oppassen dat zwart niet met een pion van de damevleugel ging promoveren! Ik kon mijn toren en loper niet gemakkellijk naar de damevleugel overbrengen. Na ongeveer 40 zetten te hebben gespeeld kon ik met mijn loper op veld c1 de zwarte pion op veld a3 slaan. Na de zet ba3: sloeg ik met de toren Ta3: en was alle gevaar geweken. Ik had op veld e6 een vrijpion die niet meer was te stoppen. Zwart zou zijn laatste stuk – een loper – moeten offeren om promotie te voorkomen.

Ik won dus uiteindelijk de schaakpartij. Daarna hebben wij met elkaar gepraat en een glaasje gedronken. Het was een spannende partij; ik bevond mij al snel op onbekend terrein; wij hebben allebei wisselende kansen gehad. Het was ook een leuke avond. Er was tijd om naar andere schaakpartijen te kijken en om met andere spelers – Piet Anjema en Jacob de Gooijer bijvoorbeeld – te praten. Dank voor de organisatie.

Jan van Ham

Bord 3

Ik speelde aan bord 3 met zwart tegen Jaap Tanja. Er kwam een Siciliaanse opening waarin ik in een valletje trapte:

  1. e4  c5    2. Pc3   d6    3. f4   Pc6    4. Pf3    g6    5. Lc4   Lg4   6. Lf7:

… en zwart verliest een pion, het recht op rochade en krijgt een open koningsstelling. Ik dacht al verloren te staan, maar heb me toch geconcentreerd op zo goed mogelijke tegenzetten, profiterend van slecht verdedigde pionnen op de witte damevleugel. Daarbij koos mijn tegenstander niet altijd de beste voortzetting, de stelling werd steeds ingewikkelder en langzaamaan kreeg ik toch weer de overhand. Op een bepaald moment stond alles elkaar aan te vallen, Arie kwam langs en kon er ook geen wijs uit worden, maar toen de kruitdampen opgetrokken worden, had ik ineens een winnende positie. Gelukkig kon ik het allemaal goed afwikkelen en na precies 40 zetten kon mijn tegenstander me feliciteren.

Ron Eveleens

Bord 4

Met een verwisseling van zetten kreeg ik een Wener partij op het bord. Na een zet of 10 controleerde ik het centrum en kon ik druk zetten op zwarts paard op f6 , zwarts dame nog op d8, met Lg5 icm Pf3-d5. Na afruil Lg5xf6 werd de g-lijn opengegooid. Zwarte stelling verder onder druk gezet. Wits stukken stonden op de goede velden en de thuisanalyse gaf Stockfish dit ook aan. Wel veel tijd gebruikt om tot een doorbraak te komen. Vijftal varianten bekeken en helaas, dat bleek later, de minst gunstige op het bord gekregen. Zwart pakte dit na lang denken wel goed op en met zijn dame haalde hij de pion op c3 binnen. Remise stelling leek op het bord te komen maar ik ging dame ruil uit de weg en wilde voor winst. In de laatste 5 min. werd de stelling van wit uiteen getrokken en na nog een zet of 30, nu allebei in tijdnood had zwart de betere zetten en kon wit opgeven.

Rob Leer.

Bord 5

Hoe maak je een verslag van een partij die in de 99e zet eindigt in remise? Laat ik het daarom maar kort houden.

Het was weer voor een groot deel chaotisch, dus leuk én vermoeiend.

Na opening e4 door mij met c5 beantwoord ging het na enige zetten een beetje verkeerd voor mij, waardoor ik al snel in de verdediging werd gedwongen. e4,d5 met nodige dekking gaf mij geen ruimte om te ontwikkelen met een zwakke pion op f7 en een koning die niet weg kon van e8.

Vanaf de 30e zet had wit het voordeel van één pion en hij stond duidelijk beter. Hoe het op dat moment precies zat, weet ik niet, want de notatie is niet helemaal goed gegaan.

Nadat de overgebleven torens waren afgeruild, wist ik de stand gelijk te krijgen. Overbleven voor wit een zwarte loper en pionnen op h4, d4 en b4. Ik een paard en pionnen op h5, d4 en b4 (op wit dus). De pion op h5 wist ik na vele zetten te veroveren. Wit moest met de koning die pion tegenhouden en ik viel op d en b aan. En toch kwam ik er niet door, verloor uiteindelijk de pion op b en kon op d niet doorlopen omdat de loper van wit d2 bleef blokkeren en mijn paard dit niet verhinderen kon.

Jaap van Beelen

Bord 6

Maandag 7 april, de slotronde tegen UVS. Op papier de minste, want de laatste in de poule. Ik speelde aan bord 6 met wit en ik was al in de opening niet helemaal scherp en dat kostte een pion. Ik had wel een voorsprong in ontwikkeling, maar die kon ik niet uitbuiten. Het werd een spannende partij waarin alles draaide om beheersing van het centrum. Dreiging met stukwinst, dubbele aanval, paardvork, matdreiging, dreigen met een dubbelpion en tot slot tijdnood voor mijn tegenstander die dat voortreffelijk uitspeelde. Hij kon met een toren in mijn stelling komen en ik moest zowel de h-lijn als de losse c-pion verdedigen. Mijn tegenstander slaagde er in de torens af te ruilen en kon toen met zijn koning bij mijn c-pion komen. Als die geslagen werd kon zijn c-pion vrij doorlopen en daar heb ik niet meer op gewacht. Ik gaf het op.

Ricus Goossens

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *