Bord 1
Vrijdag 10 januari mochten we naar Wijchen voor het vervolg van de competitie. Ik had drie weken lang – op een vriendschappelijke partij na – geen stuk aangeraakt en was benieuwd hoe het met de vorm zat.
In de opening speelde mijn tegenstander het wel erg voorzichtig. Na 10 zetten zaten we in een stelling die veel weg had van een Siciliaan, maar met dit verschil dat mijn pion nog op e2 stond. Een paar zetten besloot mijn tegenstander om actief te worden. Maar dit had wel een paar nadelen: veld d5 werd voor mij een mooi veld en hij hield een achtergebleven pion op d6. Mijn plan was op dat moment: tripleren op de d-lijn en een paard op d5 te posten.
Weer een paar zetten kon er een paard naar d5, maar er was nog een mooi veld, nl. f5. Daardoor ging zijn loper op e7 (die de pion op d6 verdedigde) van het bord.
Na weer een aantal zetten had met Lh3 een mooie dreiging ingebouwd. Nu dreigde het andere witte paard naar d5 te gaan, waardoor er ineens materiaalverlies voor zwart dreigde. Maar de enige zet tegen deze zet werd gevonden => veld d6 werd nu voldoende verdedigd, maar zijn stukken hadden weinig bewegingsruimte.
Mijn paard ging evenwel naar d5 om de dame weg te jagen. Een paar zetten later werd mijn paard geslagen, vergezeld van een remise-aanbod van mijn tegenstander.
Aangezien ik mijn stelling nog veel te mooi vond en we op dat moment met 2-1 achter stonden, besloot ik om verder te spelen. Ik sloeg met een toren op d5 terug, zodat ik nog druk op pion d6 kon houden.
Na een aantal zetten manoeuvreren, had ik eindelijk de gewenste triplering op de d-lijn voor elkaar. Zijn zwakke d-pion was voldoende verdedigd, maar zijn toren op d7 door ruimtegebrek niet. Daardoor kon ik met Lxe5 een pion winnen (gepende stukken zijn slechte verdedigers). Na ruil op f6 op de volgende zet, bracht ik met pion naar e5 de volgende penning in de stelling. En nadat ik even later een andere pion naar c5 had gespeeld – om nog meer druk op pion d6 uit te oefenen – besloot mijn tegenstander dat hij genoeg had gezien.
Gerard Bulthuis
Bord 2
Verslag van de schaakpartij van Albert Verhaaren met wit en Jan van Ham met zwart van vrijdag, 10 januari 2025.
Het was de vierde ronde van de SOS Clubcompetitie. De teams van De Toren 2 uit Wijchen en VSV 2 uit Veenendaal kwamen tegen elkaar uit. Ik speelde op bord 2 met zwart tegen Albert Verhaaren.
Wij speelden een Siciliaanse opening, te weten: 1 e4-c5, 2 d4-cd4:, 3 c3-d3, 4 Ld3:-Pc6.
De witspeler offerde in de opening een pion. In ruil daarvoor zou hij een goede aanvalsstelling hebben gekregen. Ik ben niet op dat pionoffer ingegaan.
Hierna volgden enkele gewone zetten. Op zet 7 speelde wit zijn pion op c3 naar c4, later gevolgd door Pc3. Daarmee belemmerde hij mijn ontwikkeling van de damevleugel. Ik antwoordde met pion e7 – e6 en ontwikkelde de koningsloper later naar e7. Een alternatief was misschien geweest om Lg4, gevolgd door g6 en Lg7, te spelen.
De partij kreeg spoedig een scherp verloop. Na 13 zetten viel wit met een loper op f4 en de dame op d1 mijn zwakke pion op e6 aan. Ik speelde pion e5, waarna wit het paard van c3 naar het zwakke veld d5 speelde. Dat was misschien te snel. Ik speelde Pf6d5. Om stukverlies te voorkomen (de pion op e5 viel de loper op f4 aan) moest wit met een pion terugslaan; te weten e4d5: Aldus viel de pion op d5 mijn paard op c6 aan. Ik speelde op zet 15 het paard naar d8. De witspeler speelde de loper van f4 naar veld g5. Ik speelde f7-f6. Wit speelde Dc2 waarop ik met g7-g6 heb geantwoord. Hierna volgde 18 Lh6-Tf7, 19 h4-Lf5, 20 Dd2-Lb1, 21 Tb1-Lf8, 22 Le3-Dc7, 23 Tb1 naar c1.
Ik had de witte aanval op mijn koningsstelling afgeslagen. Het witte paard loerde wel op veld e6.
Mijn stukken stonden verdedigend goed opgesteld, maar ze werkten niet zo goed samen. Misschien had ik nu Tc8 en Dd7 moeten spelen (de witte loper van de witte velden was immers van het bord). In plaats daarvan speelde ik pion b6. De witspeler antwoorde met pion g3 en bood – een beetje onverwacht – remise aan. Ik heb dat remiseaanbod geaccepteerd. Ik meende dat mijn stelling niet beter was dan die van de witspeler. En ik zag niet een concrete winstkans.
Jan van Ham
Bord 3
Ik speelde deze keer met wit aan bord 3 tegen van Gelder. De tegenstander had een wat ongebruikelijke verdediging waarbij zijn 2 paarden op mijn koningsvleugel verschenen. Daardoor stokten mijn aanvalsplannen en moest ik noodgedwongen in de verdediging. Er volgde een grote afruil waarbij ik een pion achter raakte. Maar die ene pion extra van mijn tegenstander was wel een dubbelpion op de f-lijn en ik dacht dat ik de partij wel op remise kon houden. Daar leek het ook erg naar toe te gaan maar er bleek toch een uitweg te zijn voor zwart om die ene pluspion te laten promoveren en toen was het natuurlijk afgelopen. Helaas, van mijn kant deze keer geen bijdrage aan de mooie winst van ons team maar daar heb je medespelers voor, toch?
Ron Eveleens
Bord 4
Opnieuw met zwart probeerde ik in de 4e zet met Db6 en daarna een loper en paard druk uit te oefenen op damevleugel, maar dat leverde weinig op. Uiteindelijk had ik een kwetsbare ingebouwde pion op e4. Wit begon vervolgens een aanval op mijn koningsstelling voor te bereiden. Met pionnen op h6 en g5 stond ik dusdanig zwak dat het weer eens boeiend werd om eens goed te gaan verdedigen. Op een gegeven moment wilde wit met f4 g5 aanvallen, maar toen was pion e4 wel handig voor een en passant. Wel een open f-lijn voor wit, maar ik had voldoende materiaal om te verdedigen. Een witte toren kwam op f5, witte dame op g4. Er dreigde van alles, maar dat leverde wit niets op. Ik schoof de al die tijd wachtende pion e7 naar e6 om de toren te laten wijken. Maar wit besloot met zijn paard mijn dame én pion f6 aan te vallen. Dat was fout. Dus nam ik de toren, wit nam mijn dame, ik nam zijn dame, hij nam mijn toren en ik nam zijn paard. Resultaat: ieder een toren en zeven pionnen, maar ik ook een paard. Wit probeerde met toren en pionnen door te breken, maar liep (letterlijk) vast en mijn koning kon gaan oprukken. Nadat ik vier pionnen had opgeruimd tegen verlies van twee gaf wit op.
Jaap van Beelen
Bord 5
Op bord 5 kreeg ik een Siciliaan voorgeschoteld. Tot zet 10 een rustig spelverloop. Wit kwam beter te staan en had op zet 18 i.p.v. Lc3 met c2- c4 een betere stelling kunnen krijgen. Zag later pionwinst over het hoofd. Wel kreeg ik de kans een aanval op de koningsvleugel op te zetten. Op dit moment was de stand 2-2 en zag ik dat Gerard een gezonde stelling had en wilde ik het (nog) niet forceren. Zowel wit als zwart hadden 2 torens, dame en de zwartveldige lopers en 7 pionnen op het bord. Met het oog op een eindspel met de alleen de loper, had ik de meeste pionnen op de witte velden gebracht. Gerard bracht de stand op 2-3 voor VSV. We zouden met een remise de wedstijd kunnen winnen. Wits stukken stonden beter dan die van zwart. Op zet 35 had wit 3 mogelijkheden om in remise varianten te komen. Met Le3xh6 dacht ik in de minst riskante variant te komen. Offer van wits loper op h6 gevolgd door Dxh6, Dxh6 en Kxh6. Ondanks dat zwart materieelvoordeel dacht te hebben, kan wit op remise spelen. Zwart stond 4 zetten later een vol stuk voor (T + L tegen T ) en dacht gewonnen te staan. Wits stukken stonden beter Zwart had nog 2-3 min. op de klok en ik ging richting de laatste 5 min. Op zwarts zet Lb8 speelde ik direct d5-d6 ( blunder volgens de computer) met het idee zwart op de d lijn bezig te houden. Zwart speelde het niet goed en enkele zetten later kon wit de zwarte loper inrekenen. Zwart dacht , in tijdnood ,met de toren twee witte pionnen kon winnen en daarbij ruimte zou krijgen voor zijn vrijpion op de e lijn. Wits koning stond gunstig op e4 en zwarts koning te ver weg om hulp te kunnen bieden. Remise volgens latere analyse. Zwart probeerde zijn vrij pion te verdedigen en daarbij gingen zijn pionnen op a7 en b6 verloren. Wit nu met twee pionnen op de a en b lijn en de koning en toren in gunstige positie. Zwart met nog een g pion, toren en koning rechts op het bord. De pionnen op de a en b lijn samen met de koning naar voren. Zwart speelde zijn pion ondersteund door de koning richting promotie en mijn koning ging naar zijn pionnen op a7 en b5 die niet meer tegen te houden waren met de zwarte toren. De zwart g pion met de toren genomen, zwarte K x T g. Zwart geeft op, de a of b pion richting promotie veld zijn niet meer te houden. Team wint met 2-4. Geen makkelijke partij. Had alles in de hand maar na mijn blunder met d5-d6 had de uitslag zomaar 3-3 kunnen zijn.
Rob Leer
Bord 6
Op 10 januari 2025 gingen wij naar het Kasteel in Wijchen. Ik speelse aan het 6e bord en kwam in een Siciliaanse opening terecht, waarbij mijn tegenstander vrij snel na e4 f4 speelde en vervolgens lang rokeerde. Om het spannend te maken, zei hij. Doordat zijn koning en dame in een diagonaal stonden probeerde ik de dame te pennen, maar 1 zet daarvoor zette hij zijn koning naar b1 en toen ging het feest niet door. Door een kleine onoplettendheid raakte ik een centrumpion kwijt, maar mijn tegenstander kreeg daardoor een isolanus op d5, die ik vervolgens kon blokkeren. Verdere dreigingen en mogelijkheden waren niet mogelijk of te risicovol en net toen ik me ging afvragen hoe het nu verder moest tegen die losse pion bood mijn tegenstander remise aan, omdat hij ook niet direct een mogelijkheid zag om er doorheen te komen. Ik nam dat aanbod graag aan en zo werd de stand naar 1-1 getild.
Ricus Goossens