Categorie archieven: SOS 6-tallen

V.S.V. 2 / U.V.S. 3

Bord 1

Maandag 7 april stond de 7e en laatste wedstrijd in de regionale competitie op de kalender. 

Deze werd tijdens een gezamenlijke slotronde in Nijmegen gespeeld.

Voor schrijver dezes betekende dat het derde potje in 5 dagen tijd:

– De donderdag ervoor (3 april) in de interne competitie tegen Olle. 

– Zaterdag 5 april voor de KNSB-competitie het seizoen waardig afgesloten: men leze het verslag van Gunie elders op deze site.

– En tot slot de wedstrijd tegen UVS op maandagavond.

En ook deze avond was het de intentie om het seizoen waardig af te sluiten. Dat liep voor mij helaas toch anders.

De partij begon rustig en ik kreeg een prettig ruimte-voordeel. Nadat er een aantal stukken waren geruild, ontstond een toren-eindspel dat ik normaal gesproken remise had moeten houden. Maar u raad het al: dat gebeurde niet. Ik liet zijn koningsvleugel-pionnen te ver oprukken in de overtuiging dat dat geen kwaad kon. Maar ik had een gemeen zetje gemist:  en toen kon hij zich een vrijpion creëren, die ik niet meer kon afstoppen.

Gerard Bulthuis

Bord 2

Verslag van de schaakpartij van Arjan Schoonen met zwart en Jan van Ham met wit van maandag, 10 april 2025.Het was de zevende ronde van de SOS Clubcompetitie. De teams van UVS en VSV 2 uit Veenendaal kwamen tegen elkaar uit. Wij speelden in Nijmegen, De Biezantijn, Waterstraat 146. Het was de slotronde van de SOS-competitie. Alle 8 teams van klasse 2C kwamen in Nijmegen (bij UVS) tegen elkaar uit. Ik speelde op bord 2 met wit tegen Arjan Schoonen met zwart. Ik kwam meteen in een onbekende opening terecht met 1. Pion d2-d4, pion d7-d5 en 2. Pion c2-c4 en pion e7-e5. Zwart offerde een pion, de dames werden al snel geruild en na 12 zetten had zwart vlot zijn stukken ontwikkeld (onder andere door lang te rokeren), stond mijn koning op veld e2 en was mijn damevleugel (met name de loper en de toren) nog niet ontwikkeld en had zwart druk op de d-lijn en op veld d3. Zwart had volgens mij in de opening gewoon beter gespeeld dan ik. Gelukkig slaagde ik er toch in om alle stukken te ontwikkelen. Nadat zwart met het paard mijn paard op veld f3 had geslagen en ik met pion g2 het zwarte paard op f3 had geslagen, kon ik de toren van veld a1 naar veld g1 overbrengen. Aldus viel ik de zwarte pion op g7 aan. Zwart had die pion kunnen verdedigen met Lh5-Lg6. In plaats daarvan speelde hij pion g7-g6. Dit gaf mij de gelegenheid om met het paard de loper op h5 te slaan en om zwart een dubbele h-pion te bezorgen (op h7 en h5) en om met de toren op g7 binnen te vallen en om enkele zetten later de pion op h7 te winnen. Inmiddels waren mijn lopers op velden d2 en d3 sterk geworden. Ik had (denk ik) mijn stelling weten te verbeteren. Weer enkele zetten later won ik de zwarte toren. Toch slaagde zwart er in om met a-, b- en c-pion nog een aanval op de damevleugel op te zetten. Ik moest oppassen dat zwart niet met een pion van de damevleugel ging promoveren! Ik kon mijn toren en loper niet gemakkellijk naar de damevleugel overbrengen. Na ongeveer 40 zetten te hebben gespeeld kon ik met mijn loper op veld c1 de zwarte pion op veld a3 slaan. Na de zet ba3: sloeg ik met de toren Ta3: en was alle gevaar geweken. Ik had op veld e6 een vrijpion die niet meer was te stoppen. Zwart zou zijn laatste stuk – een loper – moeten offeren om promotie te voorkomen.

Ik won dus uiteindelijk de schaakpartij. Daarna hebben wij met elkaar gepraat en een glaasje gedronken. Het was een spannende partij; ik bevond mij al snel op onbekend terrein; wij hebben allebei wisselende kansen gehad. Het was ook een leuke avond. Er was tijd om naar andere schaakpartijen te kijken en om met andere spelers – Piet Anjema en Jacob de Gooijer bijvoorbeeld – te praten. Dank voor de organisatie.

Jan van Ham

Bord 3

Ik speelde aan bord 3 met zwart tegen Jaap Tanja. Er kwam een Siciliaanse opening waarin ik in een valletje trapte:

  1. e4  c5    2. Pc3   d6    3. f4   Pc6    4. Pf3    g6    5. Lc4   Lg4   6. Lf7:

… en zwart verliest een pion, het recht op rochade en krijgt een open koningsstelling. Ik dacht al verloren te staan, maar heb me toch geconcentreerd op zo goed mogelijke tegenzetten, profiterend van slecht verdedigde pionnen op de witte damevleugel. Daarbij koos mijn tegenstander niet altijd de beste voortzetting, de stelling werd steeds ingewikkelder en langzaamaan kreeg ik toch weer de overhand. Op een bepaald moment stond alles elkaar aan te vallen, Arie kwam langs en kon er ook geen wijs uit worden, maar toen de kruitdampen opgetrokken worden, had ik ineens een winnende positie. Gelukkig kon ik het allemaal goed afwikkelen en na precies 40 zetten kon mijn tegenstander me feliciteren.

Ron Eveleens

Bord 4

Met een verwisseling van zetten kreeg ik een Wener partij op het bord. Na een zet of 10 controleerde ik het centrum en kon ik druk zetten op zwarts paard op f6 , zwarts dame nog op d8, met Lg5 icm Pf3-d5. Na afruil Lg5xf6 werd de g-lijn opengegooid. Zwarte stelling verder onder druk gezet. Wits stukken stonden op de goede velden en de thuisanalyse gaf Stockfish dit ook aan. Wel veel tijd gebruikt om tot een doorbraak te komen. Vijftal varianten bekeken en helaas, dat bleek later, de minst gunstige op het bord gekregen. Zwart pakte dit na lang denken wel goed op en met zijn dame haalde hij de pion op c3 binnen. Remise stelling leek op het bord te komen maar ik ging dame ruil uit de weg en wilde voor winst. In de laatste 5 min. werd de stelling van wit uiteen getrokken en na nog een zet of 30, nu allebei in tijdnood had zwart de betere zetten en kon wit opgeven.

Rob Leer.

Bord 5

Hoe maak je een verslag van een partij die in de 99e zet eindigt in remise? Laat ik het daarom maar kort houden.

Het was weer voor een groot deel chaotisch, dus leuk én vermoeiend.

Na opening e4 door mij met c5 beantwoord ging het na enige zetten een beetje verkeerd voor mij, waardoor ik al snel in de verdediging werd gedwongen. e4,d5 met nodige dekking gaf mij geen ruimte om te ontwikkelen met een zwakke pion op f7 en een koning die niet weg kon van e8.

Vanaf de 30e zet had wit het voordeel van één pion en hij stond duidelijk beter. Hoe het op dat moment precies zat, weet ik niet, want de notatie is niet helemaal goed gegaan.

Nadat de overgebleven torens waren afgeruild, wist ik de stand gelijk te krijgen. Overbleven voor wit een zwarte loper en pionnen op h4, d4 en b4. Ik een paard en pionnen op h5, d4 en b4 (op wit dus). De pion op h5 wist ik na vele zetten te veroveren. Wit moest met de koning die pion tegenhouden en ik viel op d en b aan. En toch kwam ik er niet door, verloor uiteindelijk de pion op b en kon op d niet doorlopen omdat de loper van wit d2 bleef blokkeren en mijn paard dit niet verhinderen kon.

Jaap van Beelen

Bord 6

Maandag 7 april, de slotronde tegen UVS. Op papier de minste, want de laatste in de poule. Ik speelde aan bord 6 met wit en ik was al in de opening niet helemaal scherp en dat kostte een pion. Ik had wel een voorsprong in ontwikkeling, maar die kon ik niet uitbuiten. Het werd een spannende partij waarin alles draaide om beheersing van het centrum. Dreiging met stukwinst, dubbele aanval, paardvork, matdreiging, dreigen met een dubbelpion en tot slot tijdnood voor mijn tegenstander die dat voortreffelijk uitspeelde. Hij kon met een toren in mijn stelling komen en ik moest zowel de h-lijn als de losse c-pion verdedigen. Mijn tegenstander slaagde er in de torens af te ruilen en kon toen met zijn koning bij mijn c-pion komen. Als die geslagen werd kon zijn c-pion vrij doorlopen en daar heb ik niet meer op gewacht. Ik gaf het op.

Ricus Goossens

Veenendaal 3 ook SOS-kampioen.

Door Kees van Heerikhuize

Donderdagavond 20 maart speelde Veenendaal voor de SOS-competitie thuis tegen Wageningen 3. Tot nog toe hadden we alles nog gewonnen en we hadden aan een gelijkspel genoeg voor het kampioenschap. Wageningen vocht voor zijn laatste kans en moest van ons winnen. Er stond dus voor beide teams wat op het spel.

En dat bleek die avond ook. Wat was het spannend!! Lange tijd zag het er naar uit dat wij onze eerste nederlaag zouden leiden. Maar aan het einde van de avond was de uitslag 3 – 3 en waren we kampioen.

Lees verder Veenendaal 3 ook SOS-kampioen.

Koningswaal 1 – V.S.V. 2

Bord 1

Donderdag 13 maart mochten we in Beuningen aantreden voor de topper tegen Koningswaal, veruit het sterkste team uit onze poule.

Zelf mocht ik op het eerste bord aantreden tegen Jermo Kooijmans: op papier ruim 500 elo-punten meer als schrijver dezes. 

Hoe in dat geval te spelen? 

In ieder geval heb je niks te verliezen, en kun je vrijuit spelen.

En ander advies dat ik vorig seizoen van Loek van Wely hoorde – hij speelde in de eerste wedstrijd van het vorig seizoen tegen ons aller Johan van den Brink – is dat je een riskante opening moet spelen, met de kans dat je er snel van af ligt. 

Daar valt natuurlijk iets voor te zeggen: als er een scherpe opening op het bord staat, is de kans groter dat je tegenstander sneller een foutje maakt. 

Aan de andere kant, het is een teamwedstrijd en had van Arie weer het vertrouwen gekregen om het eerste bord te mogen verdedigen. 

En om je bord met risicovol spel weg te geven, ligt niet in mijn aard. 

Dus u raad het wellicht al, ik speelde een (te?) rustige opening. Stond na de opening een beetje gedrongen. Heb een paar speldenprikjes kunnen geven, maar hij kon het eenvoudig opvangen. Op een goed moment werden de dames geruild en had ik even het idee dat er wellicht toch een resultaat mogelijk was. Maar dat bleek al snel ijdele hoop: ik had nog steeds minder ruimte en had – in een poging om toch wat actief te worden – een aantal zwakte in mijn stelling opgelopen. Hoewel het qua materiaal nog gelijk was, kon hij zijn stelling versterken, terwijl ik alleen nog heen en weer kon spelen. Toen uiteindelijk mijn h-pion van het bord dreigde te gaan, was het tijd om op te geven.

Gerard Bulthuis

Bord 2

Verslag van de schaakpartij van Jan Selten met wit en Jan van Ham met zwart van donderdag, 13 maart 2025. Het was de zesde ronde van de SOS Clubcompetitie. De teams van Koningswaal 1 en VSV 2 uit Veenendaal kwamen tegen elkaar uit. Wij speelden in de plaats Beuningen in vermoedelijk het lokaal van een sportclub. Het was er fris. Ik speelde op bord 2 met zwart tegen Jan Selten met wit. Het was een tactische partij in een open stelling van 44 zetten. Bij elke zet moest ik veel rekenen. Voor de laatste 10 zetten had ik nog 1 a 2 minuten bedenktijd over. Gerard heeft vanaf zet 40 onze zetten genoteerd. Jan Selten blijkt een elorating van 2077 punten te hebben, terwijl mijn elorating 1799 punten is. Hij was een sportieve tegenstander. Op het eind stond ik met 1 minuut bedenktijd finaal gewonnen, maar hij heeft niet geprobeerd mij door de klok te jagen. De witspeler opende met e4 en ik antwoordde met c5; dus een Siciliaanse opening. Op zet 10 speelde wit Lf4 waarmee hij mijn pion op c5 dreigde te winnen. Ik speelde 10….cd4:. waarna wit cd4: speelde. Wit had nu pionnen op d4 en e4 en een open c-lijn. Ik ontwikkelde door. De witspeler zette druk op mijn stelling. De witspeler speelde 19 e5 en viel aldus mijn loper op f6 aan. Er volgde 19 …..Lf3, 20 ef6:-Ld1:, 21 fe7:-De7:. 22 Td1: Na deze stukkenruil had ik een kwaliteit gewonnen! De 24…. Pion a5 was een kleine combinatie. Op zet 27 speelde wit Pd2; misschien was Pg3 beter geweest. Op zet 30 sloeg ik met de toren op de pion op a2 (pionwinst). Nadat de witspeler op zet 39 pion f3 speelde, had ik een aanval op de witte koning plus een materiele voorsprong (een kwaliteit en 2 pionnen, maar ik had heel weinig tijd en de stelling was nog altijd gecompliceerd. Mijn zet 40………Ph3 schaak was fout. Ik gaf in feite een stuk weg. Wit nam het offer niet aan. Hij speelde 41 Kg3. Op zet 44 speelde ik met zwart Pe2 schaak met tegelijk een aanval op de witte loper op veld c3. Ik won de loper op c3 (het veld e2 werd gedekt door de witte torren op veld a2). Hierna gaf de witspeler zich gewonnen.

Jan van Ham

Bord 3

Ik speelde met wit aan bord 3 tegen Henk van Kortenhof van Koningswaal,  100 ELO-punten hoger dan ik. Zwart begon al heel snel met zijn h-pion op te rukken, vrij ongebruikelijk in het London System en ik heb daar verkeerd op gereageerd door een paard+loper te ruilen tegen toren+pion. Mijn verwachting was dat ik daarna een mooie koningsaanval kon opzetten maar er kwam steeds weer een sterke zet tegen die mijn plannen doorkruiste. Al gauw kwam ik in de verdrukking en tot mijn teleurstelling was mijn partij als eerste afgelopen met een verdiende nederlaag. Gelukkig kon ik daarna het goede spel van mijn medespelers nog bekijken.

Ron Eveleens

Bord 4

Op bord 4 begon wit gewoon met e4 en ik antwoordde met e5. Het bleef nog even gewoon, maar na enige tijd leek het er niet meer op. Arie zou zeggen: dat is toch het altijd bij jou.

Een klein foutje van mij in de 8e zet leidde tot een ruil van de witte lopers. Ik moest terugslaan met f7xe6. Iets later wist wit mij met Dg6 schaak te zetten en ging mijn koning aan de wandel om daarbij e6 te verdedigen. Die pion werd vervolgens nogmaals aangevallen, dus De7 als extra verdediging. Een aantal zetten later kon ik de wit verleiden de dames te ruilen, wat de druk voor mij verminderede. Maar toen kwam de aanval op de d-vleugel. Uiteindelijk wist wit door te breken met een toren op de a-lijn, waarbij een loper (c5) en paard (d6) meehielpen om mijn koning in het gedrang te brengen. Ik had net genoeg ruimte om mat te verhinderen door heen en weer te kunnen op c7 en b8. En mijn paarden waren allebei goed in de buurt.

Met P a4 verhinderde ik dat een tweede toren doorbrak en werd de eerste geïsoleerd. Ik kon die echter niet bereiken. Toren gaf schaak op a7, koning naar b8. Toren terug naar a6, mijn ene paard op b6 twee keer aangevallen, één keer verdedigd. Maar koning terug naar c7. Nogmaals schaak, koning b8. Toren b7, gedekt door het paard, kon niet, want ik had torens op d7 en d8. Wit bood remise aan en ik nam dat graag aan. Ik had wel een pion meer, die in drie stappen kon promoveren, maar die ik onvoldoende dekking kon geven. Wit had wel winstkansen, maar vergat dat hij kon oprukken op de koningsvleugel met zijn pionnen en koning. Gelukkig voor mij was hij blijkbaar helemaal geconcentreerd op de aanval aan de andere kant.

Jaap van Beelen 

Bord 5

Met VSV 2 uit naar Beuningen tegen Koningswaal 1. Sterke tegenstander met een ratinggemiddelde van 1947 tegen 1737.

Met wit kreeg ik als antwoord op e4: c5 gevolgd door Pc3 en g6. Na een zet of 10 hadden we het elastische systeem van  de gesloten Siciliaan op het boord. Zwart speelde  op de dame vleugel met a6 en zijn loper op g7  ter voorbereiding op b7-b5 om druk te zetten op  wits damevleugel. Wit met de dame op d2 en Le3  speelde Lh6 te spelen met het oog de zwarts loper op g7 af te ruilen. Zwart ruilde niet maar speelde direct b7-b5 waarop wit de Lh6 x Lg7 speelde. Na Kxg7 volgde f2-f4 waarmee wit wat meer ruimte kreeg in het centrum. Na f7-f5 en de zwarte paarden op d4 en c6, loper op  b7 en de dame op c7 werd de ruimte voor wit in het centrum  ingeperkt. Kostte veel tijd om een antwoord te vinden. Door Ph3 te spelen wilde ik het centrum breed te houden. Na wits Dd2-d1 volgde zwarts b5-b4.  Nu volgde Pe2 en c2-c3 en had zwart de keuze tussen Pd4-Pb5 of Pd4x Pe2. In beide gevallen kwam er een stelling op het bord met weinig kansen voor wit en zwart. Zwart koos voor Pd4x Pe2. Twee zetten later: Remise.

Einduitslag 3 ½ – 2 ½ .

Rob Leer

Bord 6

In de wedstrijd tegen de koploper speelde ik aan bord 6. Er kwam een Siciliaanse opening op het bord  die er rustig uitzag, totdat mijn tegenstander met een paard mijn pion op b5 nam. Terugslaan met a6xb5 was niet goed, maar ik zag wel muziek in Pa5. Nu had mijn tegenstander de keus tussen stukverlies of kwaliteitsverlies en hij koos voor het laatste. Ik speelde mijn paard naar b3 en viel zo de toren op c1 en de dame op d2 aan. Er volgde een tactisch gevecht waarbij niemand voordeel haalde en tenslotte bood mijn tegenstander remise aan, hetgeen ik na lang puzzelen aannam. Half ei en zo ( paasgedachte ).

Ricus Goossens

Veenendaal 2 – Rhenen 1

Bord 1

Donderdag 6 februari stond de wedstrijd tegen het eerste team van Rhenen op het programma.

Op voorhand een pittige wedstrijd: Rhenen is één van de sterkste teams van onze poule. Aan de andere kant ook een heuse topper, want beide teams stonden na 4 speelrondes gedeeld bovenaan.  

Zelf was ik alweer al na de tweede zet uit boek (net als bij de laatste SOS-wedstrijd van het vorige seizoen, en toen liep het goed voor me af) en moest al vroeg op eigen kompas varen. Mijn tegenstander blijkbaar ook, want we gebruikten veel tijd voor onze zetten. De dames gingen al vroeg van het bord, wat ik wel prettig vond, want mijn koning moest in het centrum bivakkeren. 

Een paar zetten later koos wit er voor om te rokeren in plaats van op veld C5 een pion te ruilen. Daardoor kon ik mijn c-pion doorschuiven, waardoor wit niet met zijn torens bij mijn zwakke d-pion kon komen, en daardoor deze afdoende kon verdedigen. Na een paar wederzijdse speldenprikken, verscheen er ineens een wit paard op c5. Ik dacht dat ik dat verhinderd had, want dit kostte wit, na een tussenzet van zwart, een pion. Direct daarna kreeg ik een remise aangeboden, dat vlot werd aangenomen. Ik kreeg weliswaar een pion meer, maar dat was de eerder genoemde d-pion. 

Daarna keken we met ons allen naar het bord waarop Rob zijn mooie stelling uiteindelijk in winst ging omzetten.

Gerard Bulthuis

Bord 2

Verslag van de schaakpartij van Diederick Vos met zwart en Jan van Ham met wit van donderdag, 6 februari 2025.Het was de vijfde ronde van de SOS Clubcompetitie. De teams van Rhenen 2 uit Rhenen en VSV 2 uit Veenendaal kwamen tegen elkaar uit. Ik speelde op bord 2 met wit tegen Diederick Vos met zwart.  Wij openden met 1. d4-Pf6, 2. c4-d5, 3. cd5:-Pd5:, 4. e4-Pf6, 5. Pc3-e6. Diederick begon met de zetten Lb4, Pc6, Pa5, La4 en De7 een actie op de damevleugel. Na 16 zetten had ik een sterk centrum met pionnen op c4, d4, e4 en f3. Met Pc3 dwong ik de loper op a4 tot een terugtocht naar veld c6. Na19 …..La6 met dubbele aanval op pion c4, speelde ik 20. Pb5. Misschien was 20. Pe2 beter geweest. In de verwikkelingen die volgden, raakte ik 1 pion kwijt. Ik heb de partij op Lichess nagespeeld. Er zaten rond zet 20 allerlei wilde varianten in de stelling, maar ik zag ook toen nog niet een winnende voortzetting voor wit. Er volgde 20…..Lb5:, 21 Tb5:-c6, 22 Tb1-cd5:. 23. e5-Pd7. Nu speelde ik 24 f4 met dekking van pion e5. Achteraf was misschien 24 Ld5: met aanval op toren op a8 beter geweest. Diederick had dan met de toren mijn dame kunnen aanvallen en de pion op e5 kunnen veroveren. Na 27 zetten had de zwartspeler een verdedigbare pion op c4. De zwartspeler bleef rustig spelen en hij vergrootte geleidelijk aan de druk op mijn stelling. Na 30 zetten had ik een geïsoleerde pion op e5 die ik niet langer kon verdedigen. Dat was dan de tweede pion die uiteindelijk verloren zou gaan. Op zet 37 sloeg het zwarte paard die pion op e5. En daarmee kreeg Diederick die tot dan vanuit de damevleugel en vanuit het midden had geopereerd, een aanval op mijn koningsstelling. Na 38 zetten en na 34 uur schaken heb ik opgegeven. Het was naar mijn mening een mooie partij die verdiend door Diederick Vos werd gewonnen.

Jan van Ham

Bord 3

Al heb ik het nog 25 zetten uitgehouden, het ging al snel mis voor mij. Wit begon met e4 en f4. Ik had geen goede reactie. “Dankzij” mijn vierde zet, d5, kon wit naar e5 doorschuiven..

Het was het begin van de afbraak van mijn koningsvleugel. Achteraf had ik niet moeten rokeren (12e zet). Tien zetten later offerde wit een loper, maar lag mijn stelling uit elkaar en verdwenen de pionnen op f, g en h. Mijn koning werd door slechts een toren verdedigd en de dame kon er niet bij komen. Het werd onhoudbaar: opgeven of na een paar zetten mat. Ik koos het eerste.

Jaap van Beelen

Bord 4

Ik speelde met wit aan bord 4 tegen de in Veenendaal welbekende Jacob de Gooijer. In mijn eerdere lidmaatschap van VSV (ca. 1995-2000) speelde Jacob ook in onze interne competitie en zijn we zelfs nog een seizoen teammaatjes geweest in de externe competitie. Ik denk dat we beiden, hoewel flink wat ouder, nu beter spelen dan in die eerste periode. Ik speelde mijn favoriete London System en Jacob zette een Konings-Indische opstelling op, Als Zwart geen d5 speelt, kan wit na enkele zetten e4 spelen en het centrum beheersen. Ik deed dat en met Dd2 en 0-0-0 kreeg ik een mooie aanvallende stelling. De h-pion ging naar voren en zwart kwam in de verdrukking. Ik leek een winnende stand te hebben maar kon tijdens de partij niet de beslissende zetten vinden, daarbij verdedigde zwart heel sterk met 2 paarden. Uiteindelijk kwam ik op een stand van dame + paard+ 6 pionnen tegen een dame+ 2 paarden + 3 pionnen, maar kreeg niet de kans om die pionnen te laten doorlopen zodat we uiteindelijk besloten tot remise. Bleek voor de teamuitslag toch nog een belangrijk half puntje te zijn.

Ron Eveleens

Bord 5

Dit keer met zwart op bord 5 en na wits e2-e4 gekozen voor d7-d6 en Pf6 om rustig in de Pirc te komen. Lang geleden dat ik dit speelde.  Tot zet 13 ging het gelijk op. Na korte rokades van zwart en wit zette wit druk op de zwarte stelling met Pf3 naar h2 , g2-g4 en dame naar f3. Aanval kon worden geneutraliseerd door ruil van zwartveldige lopers op g5. Met het dirigeren van zwarts paarden naar h4 en g5 kreeg ik meer grip op  de koningsvleugel. Wit bracht een toren naar g3, de dame naar f3 een trachtte het initiatief weer te pakken. Het kostte veel tijd om alles door te rekenen ( stand was op dat moment: ½-2 ½ in het voor deel van Rhenen). Met de manoeuvre van zwarts dame naar c5 ondersteund door een toren op c8 stuurde ik aan op dame ruil. Wit ruilde de dames en de partij leek in rustiger vaarwater te komen (thuis analyse gaf ‘stockfish’ aan dat wit er beter aan gedaan had de dames niet te ruilen) Opmars van witte h pion dwong zwarts g5 paard naar h7. Dit bleek even gunstig uit te pakken  voor zwart daar het paard nu via f6, e8 naar c7 ging en zo, samen met een tot nu passieve loper op d7, met b7-b5 de damevleugel open te breken. (Ron en Ricus hadden zojuist stand naar 2-3 getild!). Witte stukken ondersteunden elkaar niet optimaal  en kon ik wits stelling  langzaam onder druk zetten.  Met als resultaat kwaliteitswinst  plus nog een pion. Met P, T en 7 pionnen tegen wit met twee P  en 6 pionnen was het oppassen voor allerlei vorkjes.  Wits koning en 1 van zijn paarden, kon ik op de konings vleugel bezig houden door met mijn vrij pion op de h-lijn op te rukken en daarmee wits koning uit het centrum te halen. Aanbeland in de tijdnoodfase wist ik nog een van wits paarden te verschalken. Wit gaf enkele zetten later op. Met deze 3-3 blijven  we mooi in de top meedraaien.

Rob Leer

Bord 6

Donderdag 6 februari speelden we tegen Rhenen 2 met team Arie. Ik speelde aan bord 6 en opende met d4, die beantwoord werd met e5. Ik vond dat aanbod wel prima en ik sloeg hem, waarna ik ook nog d6 aangeboden kreeg. Ik wilde zwart niet te veel open lijnen aanbieden, dus ik nam hem net en speelde Pf3, waarna Lg4, e3  Pc6 , Le2 Dd7, Pc3 0-0-0, 0-0 f6, Pd4 Lxe2, Dxe2 fxe5 volgde. Op het eerste gezicht was er niet zo veel aan de hand, maar zwart had een klein probleem met zijn ontwikkeling. Hij probeerde nu over de h-lijn aan te vallen, maar in plaats daarvan kon ik zijn dame opjagen, mijn dame naar c4 spelen en daarna met Pg5 en Df7 wat rellen in de stelling. De zwarte h-toren kwam niet in het spel, moest voortdurend verdedigd worden in daardoor kon ook de loper niet van zijn plaats komen. Ik kwam na wat omzwervingen met de dame op de b-lijn , kon met mijn paard erbij komen en via a4 en a5 mijn a-toren in het spel brengen en ook op de b-lijn zetten.  De zwarte stukken stonden te ver weg en toren, loper en dame konden niet meeverdedigen. Toen ook mijn loper het aanvalsteam kwam versterken werd de zwarte stelling langzaam maar zeker in elkaar gedrukt en kon ik  met Txb7 de b-lijn openen. Toen vervolgens ook nog de a-pion naar b6 sloeg dreigden er zo veel nare dingen dat zwart het opgaf. Ik had het verlies van Jaap weer ongedaan gemaakt.

Ricus Goossens

De Toren 2 – V.S.V. 2

Bord 1

Vrijdag 10 januari mochten we naar Wijchen voor het vervolg van de competitie. Ik had drie weken lang – op een vriendschappelijke partij na – geen stuk aangeraakt en was benieuwd hoe het met de vorm zat.

In de opening speelde mijn tegenstander het wel erg voorzichtig. Na 10 zetten zaten we in een stelling die veel weg had van een Siciliaan, maar met dit verschil dat mijn pion nog op e2 stond. Een paar zetten besloot mijn tegenstander om actief te worden. Maar dit had wel een paar nadelen: veld d5 werd voor mij een mooi veld en hij hield een achtergebleven pion op d6. Mijn plan was op dat moment: tripleren op de d-lijn en een paard op d5 te posten.

Weer een paar zetten kon er een paard naar d5, maar er was nog een mooi veld, nl. f5. Daardoor ging zijn loper op e7 (die de pion op d6 verdedigde) van het bord.

Na weer een aantal zetten had met Lh3 een mooie dreiging ingebouwd. Nu dreigde het andere witte paard naar d5 te gaan, waardoor er ineens materiaalverlies voor zwart dreigde. Maar de enige zet tegen deze zet werd gevonden => veld d6 werd nu voldoende verdedigd, maar zijn stukken hadden weinig bewegingsruimte.

Mijn paard ging evenwel naar d5 om de dame weg te jagen. Een paar zetten later werd mijn paard geslagen, vergezeld van een remise-aanbod van mijn tegenstander.

Aangezien ik mijn stelling nog veel te mooi vond en we op dat moment met 2-1 achter stonden, besloot ik om verder te spelen. Ik sloeg met een toren op d5 terug, zodat ik nog druk op pion d6 kon houden. 

Na een aantal zetten manoeuvreren, had ik eindelijk de gewenste triplering op de d-lijn voor elkaar. Zijn zwakke d-pion was voldoende verdedigd, maar zijn toren op d7 door ruimtegebrek niet. Daardoor kon ik met Lxe5 een pion winnen (gepende stukken zijn slechte verdedigers). Na ruil op f6 op de volgende zet, bracht ik met pion naar e5 de volgende penning in de stelling. En nadat ik even later een andere pion naar c5 had gespeeld – om nog meer druk op pion d6 uit te oefenen –  besloot mijn tegenstander dat hij genoeg had gezien.

Gerard Bulthuis

Bord 2

Verslag van de schaakpartij van Albert Verhaaren met wit en Jan van Ham met zwart van vrijdag, 10 januari 2025.

Het was de vierde ronde van de SOS Clubcompetitie. De teams van De Toren 2 uit Wijchen en VSV 2 uit Veenendaal kwamen tegen elkaar uit. Ik speelde op bord 2 met zwart tegen Albert Verhaaren.

Wij speelden een Siciliaanse opening, te weten: 1 e4-c5, 2 d4-cd4:, 3 c3-d3, 4 Ld3:-Pc6.

De witspeler offerde in de opening een pion. In ruil daarvoor zou hij een goede aanvalsstelling hebben gekregen. Ik ben niet op dat pionoffer ingegaan.

Hierna volgden enkele gewone zetten. Op zet 7 speelde wit zijn pion op c3 naar c4, later gevolgd door Pc3. Daarmee belemmerde hij mijn ontwikkeling van de damevleugel. Ik antwoordde met pion e7 – e6 en ontwikkelde de koningsloper later naar e7. Een alternatief was misschien geweest om Lg4, gevolgd door g6 en Lg7, te spelen.

De partij kreeg spoedig een scherp verloop. Na 13 zetten viel wit met een loper op f4 en de dame op d1 mijn zwakke pion op e6 aan. Ik speelde pion e5, waarna wit het paard van c3 naar het zwakke veld d5 speelde. Dat was misschien te snel. Ik speelde Pf6d5. Om stukverlies te voorkomen (de pion op e5 viel de loper op f4 aan) moest wit met een pion terugslaan; te weten e4d5: Aldus viel de pion op d5 mijn paard op c6 aan. Ik speelde op zet 15 het paard naar d8. De witspeler speelde de loper van f4 naar veld g5. Ik speelde f7-f6. Wit speelde Dc2 waarop ik met g7-g6 heb geantwoord. Hierna volgde 18 Lh6-Tf7, 19 h4-Lf5, 20 Dd2-Lb1, 21 Tb1-Lf8, 22 Le3-Dc7, 23 Tb1 naar c1.

Ik had de witte aanval op mijn koningsstelling afgeslagen. Het witte paard loerde wel op veld e6.

Mijn stukken stonden verdedigend goed opgesteld, maar ze werkten niet zo goed samen. Misschien had ik nu Tc8 en Dd7 moeten spelen (de witte loper van de witte velden was immers van het bord). In plaats daarvan speelde ik pion b6. De witspeler antwoorde met pion g3 en bood – een beetje onverwacht – remise aan. Ik heb dat remiseaanbod geaccepteerd. Ik meende dat mijn stelling niet beter was dan die van de witspeler. En ik zag niet een concrete winstkans.

Jan van Ham

Bord 3

Ik speelde deze keer met wit aan bord 3 tegen van Gelder. De tegenstander had een wat ongebruikelijke verdediging waarbij zijn 2 paarden op mijn koningsvleugel verschenen. Daardoor stokten mijn aanvalsplannen en moest ik noodgedwongen in de verdediging. Er volgde een grote afruil waarbij ik een pion achter raakte. Maar die ene pion extra van mijn tegenstander was wel een dubbelpion op de f-lijn en ik dacht dat ik de partij wel op remise kon houden. Daar leek het ook erg naar toe te gaan maar er bleek toch een uitweg te zijn voor zwart om die ene pluspion te laten promoveren en toen was het natuurlijk afgelopen. Helaas, van mijn kant deze keer geen bijdrage aan de mooie winst van ons team maar daar heb je medespelers voor, toch?

Ron Eveleens

Bord 4

Opnieuw met zwart probeerde ik in de 4e zet met Db6 en daarna een loper en paard druk uit te oefenen op damevleugel, maar dat leverde weinig op. Uiteindelijk had ik een kwetsbare ingebouwde pion op e4. Wit begon vervolgens een aanval op mijn koningsstelling voor te bereiden. Met pionnen op h6 en g5 stond ik dusdanig zwak dat het weer eens boeiend werd om eens goed te gaan verdedigen. Op een gegeven moment wilde wit met f4 g5 aanvallen, maar toen was pion e4 wel handig voor een en passant. Wel een open f-lijn voor wit, maar ik had voldoende materiaal om te verdedigen. Een witte toren kwam op f5, witte dame op g4. Er dreigde van alles, maar dat leverde wit niets op. Ik schoof de al die tijd wachtende pion e7 naar e6 om de toren te laten wijken. Maar wit besloot met zijn paard mijn dame én pion f6 aan te vallen. Dat was fout. Dus nam ik de toren, wit nam mijn dame, ik nam zijn dame, hij nam mijn toren en ik nam zijn paard. Resultaat: ieder een toren en zeven pionnen, maar ik ook een paard. Wit probeerde met toren en pionnen door te breken, maar liep (letterlijk) vast en mijn koning kon gaan oprukken. Nadat ik vier pionnen had opgeruimd tegen verlies van twee gaf wit op.

Jaap van Beelen

Bord 5

Op bord 5 kreeg ik een Siciliaan voorgeschoteld.  Tot zet 10 een rustig spelverloop. Wit kwam beter te staan en had op zet 18  i.p.v. Lc3  met  c2- c4 een betere stelling kunnen krijgen. Zag later  pionwinst over het hoofd. Wel kreeg ik de kans een aanval op de koningsvleugel op te zetten. Op dit moment was de stand 2-2  en zag ik dat Gerard een gezonde stelling  had en wilde ik het (nog) niet forceren.  Zowel wit als zwart hadden 2 torens, dame en de zwartveldige lopers en 7 pionnen op het bord. Met het oog op een eindspel met de alleen de loper,  had ik de meeste pionnen op de witte velden gebracht. Gerard bracht de stand op 2-3 voor VSV. We zouden met een remise de  wedstijd kunnen winnen. Wits stukken stonden beter dan die van zwart. Op zet 35 had wit 3 mogelijkheden om in remise varianten te komen. Met Le3xh6 dacht ik in de minst riskante variant te komen. Offer van wits loper op h6 gevolgd door Dxh6, Dxh6 en Kxh6. Ondanks dat zwart materieelvoordeel dacht te hebben, kan wit op remise spelen.   Zwart stond 4 zetten later een vol stuk  voor  (T + L tegen T ) en dacht gewonnen te staan. Wits stukken stonden beter  Zwart had nog  2-3 min. op de klok en ik ging  richting  de laatste 5 min. Op zwarts zet Lb8 speelde ik direct d5-d6 ( blunder volgens de computer)  met het idee zwart op de d lijn bezig te houden. Zwart  speelde het  niet goed en enkele zetten later kon wit de zwarte loper  inrekenen. Zwart dacht , in tijdnood ,met de toren twee witte pionnen kon winnen en daarbij ruimte zou krijgen voor zijn vrijpion op de  e lijn. Wits koning stond  gunstig op e4 en zwarts koning te ver weg om hulp te kunnen bieden. Remise volgens latere analyse. Zwart probeerde zijn vrij pion te verdedigen en daarbij gingen zijn pionnen op  a7 en b6 verloren. Wit nu met twee pionnen op de a en b lijn en de koning en toren in gunstige positie. Zwart met nog een g pion,  toren  en koning rechts op het bord. De pionnen op de a en b lijn samen met de koning naar voren. Zwart speelde  zijn pion ondersteund door de koning richting promotie en mijn koning ging naar zijn pionnen op a7 en b5 die niet meer tegen te houden waren met de zwarte toren. De zwart g pion met de toren genomen, zwarte K x T g. Zwart geeft op, de a of b pion richting promotie veld  zijn niet meer te houden. Team wint met 2-4. Geen makkelijke partij. Had alles in de hand maar na mijn blunder met d5-d6 had de uitslag zomaar 3-3 kunnen zijn.

Rob Leer

Bord 6

Op 10 januari 2025 gingen wij naar het Kasteel in Wijchen. Ik speelse aan het 6e bord en kwam in een Siciliaanse opening terecht, waarbij mijn tegenstander vrij snel na e4 f4 speelde en vervolgens lang rokeerde. Om het spannend te maken, zei hij. Doordat zijn koning en dame in een diagonaal stonden probeerde ik de dame te pennen, maar 1 zet daarvoor zette hij zijn koning naar b1 en toen ging het feest niet door. Door een kleine onoplettendheid raakte ik een centrumpion kwijt, maar mijn tegenstander kreeg daardoor een isolanus op d5, die ik vervolgens kon blokkeren. Verdere dreigingen en mogelijkheden waren niet mogelijk of te risicovol en net toen ik me ging afvragen hoe het nu verder moest tegen die losse pion bood mijn tegenstander remise aan, omdat hij ook niet direct een mogelijkheid zag om er doorheen te komen. Ik nam dat aanbod graag aan en zo werd de stand naar 1-1 getild.

Ricus Goossens